Heb je dagelijks pijn in je schouder of heup, en beïnvloeden die klachten je leven zodanig dat simpele handelingen al moeite kosten? Dan kan het zijn dat een orthopedisch chirurg een gewricht vervangende operatie overweegt. Zo’n beslissing neem je niet zomaar — want wat houdt zo’n operatie precies in? Wat betekent het voor je herstel? En wat kun je op de lange termijn nog verwachten?
In deze blog nemen we je stap voor stap mee in wat je kunt verwachten bij een schouder- of heupprothese: van het moment waarop een operatie noodzakelijk wordt, tot het herstelproces en de praktische gevolgen in het dagelijks leven.
Wanneer komt een prothese in beeld?
Een schouder- of heupprothese wordt alleen overwogen als andere behandelingen niet het gewenste effect hebben gehad. Denk aan langdurige fysiotherapie, pijnstilling of injecties. In veel gevallen is er sprake van gevorderde slijtage van het gewricht — oftewel artrose — waarbij het kraakbeen tussen de botten is verdwenen en bewegen pijnlijk wordt. Ook reuma, een oude breuk of letsel door een ongeluk kunnen aanleiding zijn voor een operatie.
Kenmerkende signalen dat een prothese mogelijk nodig is:
- Aanhoudende pijn, ook in rust
- Beperkte bewegingsvrijheid
- Problemen met dagelijkse handelingen, zoals wandelen, traplopen of iets optillen
- Verminderde levenskwaliteit
Twijfel je of je in aanmerking komt? Dan is het verstandig om via je huisarts een verwijzing aan te vragen voor een consult bij de orthopeed. Samen bespreek je welke behandeling het beste past bij jouw klachten en situatie.
Wat houdt de operatie in?
Bij een schouderprothese wordt zowel de schouderkop als de schouderkom vervangen door een kunstgewricht. De chirurg bepaalt op basis van je spier- en peesconditie of een ‘anatomische’ of ‘omgekeerde’ prothese het meest geschikt is.
Bij een heupprothese worden de heupkop en heupkom vervangen door implantaten van metaal en kunststof. Afhankelijk van je leeftijd en botkwaliteit kiest de arts voor een gecementeerde of ongecementeerde variant.
De operatie vindt plaats onder narcose of regionale verdoving. Meestal verblijf je 2 tot 3 dagen in het ziekenhuis. Daarna start het herstelproces.
Revalideren: stap voor stap vooruitgang
Na de operatie begint de revalidatie direct. In het ziekenhuis krijg je al begeleiding van een fysiotherapeut. Beweging is cruciaal voor het herstel — ook al gaat dat in het begin moeizaam.
In de eerste weken gebruik je hulpmiddelen zoals een rollator, krukken of een sling om het geopereerde gewricht te ontlasten. Onder begeleiding leer je stap voor stap weer lopen, tillen of je arm gebruiken. Oefeningen spelen hierin een centrale rol.
Na 6 tot 12 weken merk je vaak al een groot verschil: minder pijn, meer bewegingsvrijheid en minder beperkingen in het dagelijks leven. Toch kan het 6 tot 12 maanden duren voordat je volledig hersteld bent.
Zijn er blijvende beperkingen?
Hoewel een prothese veel pijnklachten wegneemt, is het geen terugkeer naar je oude gewricht. Er zijn bepaalde bewegingen of activiteiten die je beter kunt vermijden:
- Sporten met veel impact, zoals hardlopen of contactsport
- Zware belasting of explosieve bewegingen
- Repetitieve of extreme gewrichtsbewegingen
Activiteiten als wandelen, fietsen, zwemmen, tuinieren en zelfs recreatief skiën zijn vaak nog prima mogelijk. Je arts of fysiotherapeut adviseert je over wat verantwoord is.
Realistische verwachtingen zijn belangrijk
Een schouder- of heupprothese kan je leven aanzienlijk verbeteren, maar het vraagt om inzet en aanpassing. Een succesvolle revalidatie hangt samen met motivatie, goede begeleiding en realistische verwachtingen. Laat je goed informeren, stel vragen aan je specialist en neem de tijd om te herstellen. Zo vergroot je de kans op een actief en pijnvrij leven, nu én in de toekomst.
